|
||||||||
|
David Murray (Oakland,1955) behoort al jarenlang tot een van mijn favoriete jazz musici, hij is dan ook een van de best vertegenwoordigde jazzmuzikanten in mijn kast, hoewel ik hem de laatste tijd een beetje uit het oog heb verloren. Hij heeft ook een enorme output met soms meer dan 10 albums per jaar, de teller staat inmiddels op zo’n 104 albums onder eigen naam plus diverse samenwerkingen. Inmiddels zit hij op het Intakt label dat ik alleen maar als download kon krijgen en die recenseer ik niet , dat is ook de policy van Rootstime, gelukkig krijg ik via Outhere Music weer albums van Intakt dus kan ik de schade inhalen. Hij is hier te horen met een excellent gezelschap muzikanten: Marta Sanchez op piano, Luke Stewart op contrabas en Russell Carter op drums. Murray was dè tenorsaxofonist in het post Rollins/Wayne Shorter tijdperk in de jaren ’70 en ’80. Hij combineert blues, gospel, jazz, avant-garde jazz en rhythm ‘n’ blues, vandaar ook de samenwerkingen met Jerry Garcia en Grateful Dead, Fontella Bass, the Gwo-Ka Masters, Taj Mahal en ik zag hem ook zonder enige sterallures spelen met Fra Fra Sound, een aimabele man die ik eerst hoorde als lid van de avantgardistische Loft Jazz en die daarna niet zijn avant-garde geluid in de steek liet maar ook excelleerde in het volle tenorgeluid van mensen als Ben Webster en Coleman Hawkins. Kortom een echte held in mijn oren die met Eric Dolphy en James Carter behoort tot een van de top musici op de basklarinet. Alle composities zijn geschreven door Murray behalve “Richard’s Tune” van pianist Don Pullen. Voor mij is het een hernieuwde kennismaking met Murray deze cd, ik heb hem diverse malen live gezien dus misschien bestaat er enige mate van vooringenomenheid, maar ondanks alle herkenningspunten hoor ik hier toch geen “nieuwe” of andere Murray. Ook hier flinke uithalen uit de Free jazz maar ook diepe sonore klanken uit de school van Ben en Coleman. Hij weet zich hier omringt door een drietal jonge excellente muzikanten Russell Carter op drums, Luke Stewart op contrabas, beiden uit Washington D.C. en de fabuleuze pianiste Marta Sanchez uit Madrid. Het album begint met het titelnummer “Francesca”, een liefdevol portret van Dr. Francesca Cinelli Murray, echtgenote van David. Het nummer is in walstempo en David begint zijn solo’s met het brede geluid van Ben Webster maar naarmate het nummer vordert begeeft hij zich in hogere regionen tot Ayleriaanse uithalen, super, een bassolo en een vederlichte pianosolo sluiten deze geweldige opener af. In “Shenzhen” horen we David op basklarinet, een instrument dat hij beheerst als weinig anderen of het moest Eric Dolphy zijn. Shenzen is een stad net boven Hong Kong, toevalligerwijze ben ik daar ook ooit geweest, het is de eerste halte na het verlaten van Hong Kong. Murray bezocht de stad ook samen met percussionist Kahil El’Zabar, vandaar de titel. Het is altijd een feest om David te horen op de basklarinet, er ontstaat een geweldige sfeer op dit nummer waarin de klanken van klarinet en piano fraai ineenvloeien, ondanks de titel doet de muziek meer denken aan Cuba dan aan China. “Richard’s Tune”, pianist Don Pullen’s eerbetoon aan A.A.C.M. oprichter Muhal Richard Abrams is het tweede nummer met David op basklarinet. Hier is het genieten van het samenspel van klarinet, contrabas en piano, ondersteunt door vlekkeloos spel met de brushes van Carter. Een ander hoogtepunt is “Free Mingus” een liefdevolle compositie waarin David laat horen dat hij in staat is om zo ongeveer alles uit zijn saxofoon te toveren van warme sluimerende klanken tot nijdige uithalen. Duidelijk is dat Murray een fantastische mentor is voor een nieuwe generatie jazzmusici, daar is dit album een klinkend bewijs voor. Jan van Leersum
|